Het EPC NR - EPC Niet-residentiële gebouwen is een EPC dat ingevoerd werd door de Vlaamse overheid en is
vanaf 1 januari 2026 verplicht van toepassing op alle kantoren, winkels, scholen, ziekenhuizen, …. Ook indien er geen overdracht of verhuur is, is dit certificaat voortaan nodig.
Maar het is niet zomaar een verplicht certificaat, het is de eerste stap in een reeks doelstellingen die over de komende jaren met de nodige verplichtingen en investeringen zullen gepaard gaan. Wie zich niet tijdig aanpast zal aankijken tegen verplichte financiële bijdragen.
Vraag nu uw gratis offerte voor een EPC niet-residentieel aan!
Wat is een EPC NR?
Een EPC NR is het energieprestatiecertificaat voor niet‑residentiële gebouwen, zoals kantoren, winkels, scholen of andere bedrijfsgebouwen.
Het verschilt fundamenteel van het EPC voor woningen, omdat het rekening houdt met het specifieke gebruik en de installaties van het gebouw.
Zo geeft het EPC NR een veel gedetailleerder beeld van de energieprestaties en de mogelijkheden tot verbetering.
Het certificaat bestaat uit twee belangrijke onderdelen:
EPC‑score: een beoordeling van de isolatie en aanwezige technieken. Dit geeft inzicht in de algemene staat van het gebouw en maakt vergelijking met andere gelijkaardige gebouwen mogelijk.
EPC‑label: een classificatie op basis van het werkelijke energieverbruik en het aandeel hernieuwbare energie dat on‑site wordt opgewekt. Dit bepaalt in welke klasse het gebouw valt.
Het EPC NR is dus niet enkel een administratief document, maar een praktisch instrument voor bedrijven en instellingen.
Het helpt om gebouwen energie‑efficiënter te maken, kosten te verlagen en te voldoen aan de wettelijke verplichtingen van de Vlaamse Overheid.
Binnen Certilux begeleiden wij u stap voor stap bij het behalen van een correct EPC NR.
Dit is geen eenmalige interventie, maar een duurzame samenwerking die u binnen het wettelijk kader houdt en u ondersteunt in een meer kostenefficiënte bedrijfsvoering.
Begeleiding naar energielabel E: slim advies op maat van uw gebouw
Vanaf 1 januari 2030 moeten alle niet-residentiële gebouwen in Vlaanderen via het EPC NR aantonen dat ze minstens energielabel E behalen.
Dit label is niet alleen een wettelijke verplichting, maar ook een belangrijke stap richting energie-efficiëntie en toekomstgerichte bedrijfsvoering.
Het behalen van label E betekent onder meer dat minstens 5% van het energieverbruik uit hernieuwbare bronnen moet komen—een vereiste die voor veel gebouwen een uitdaging vormt.
Bij Certilux begrijpen we dat elk gebouw uniek is. Daarom bieden we, naast het opmaken van het EPC NR, ook gerichte begeleiding aan.
We adviseren u deskundig over hoe u uw gebouw stapsgewijs kunt verbeteren. Samen bekijken we welke ingrepen nodig zijn om aan de norm te voldoen,
welke technieken het meeste rendement opleveren en hoe u optimaal gebruik maakt van beschikbare subsidies.
Onze begeleiding is geen eenmalige interventie, maar een waardevolle ondersteuning op lange termijn. Zo blijft u binnen het wettelijk kader,
vermijdt u boetes en werkt u doelgericht toe naar een energiezuinige toekomst.
Wilt u zeker zijn dat uw gebouw tijdig voldoet aan de eisen van 2030? Neem dan contact op met Certilux en ontdek hoe onze expertise u helpt om energielabel E efficiënt en kostbewust te behalen.
Welke gebouwen hebben een EPC NR nodig?
Een EPC NR is verplicht voor alle niet-residentiële gebouweenheden, dat zijn alle eenheden met een hoofdfunctie ‘niet-residentieel’ met andere woorden álle gebouwen die niet primair dienen voor wonen, industrie of landbouw.
Onderstaand een niet-limitatieve lijst:
Gebouwen van de overheid (administratieve en publieke dienstgebouwen)
Welke gebouwen hebben geen EPC NR nodig?
Residentiële gebouwen (woningen en appartementen).
Industriegebouwen en landbouwgebouwen.
Niet-residentiële gebouwen kleiner dan 50 m².
Tijdelijke constructies met een gebruiksduur van minder dan 2 jaar.
Gebouwen waarvoor een sloopvergunning is verleend, met geplande sloop binnen 5 jaar.
Gebedshuizen zoals kerken, moskeeën, synagogen, tempels, …
Voor kleine niet-residentiële eenheden (< 500 m²) kunnen we in plaats van een EPC NR een EPC klein niet-residentieel (kNR) opmaken.
Bij gedeeltelijke verhuur of overdracht (bv. alleen een kantoorruimte in een groter geheel).
Wat is het verschil tussen EPC kNR en EPC NR?
Voor niet‑residentiële gebouwen bestaan er twee soorten energieprestatiecertificaten: het EPC kNR (kleine niet-residentiële eenheden) en het EPC NR.
Beide geven inzicht in energiezuinigheid, maar ze zijn ontwikkeld voor verschillende types gebouwen en hebben een ander detailniveau.
Het EPC kNR is bedoeld voor compacte niet‑residentiële ruimtes, zoals een kleine winkel, praktijkruimte of kleine horecazaak.
Het hanteert een vereenvoudigde berekeningsmethode en is toepasbaar op gebouwen met een vloeroppervlakte kleiner dan 500 m².
Het certificaat geeft een algemene energiescore en praktische aanbevelingen, maar bevat geen energielabel.
Het EPC kNR is dus een praktische oplossing voor kleine panden, maar moet eerder gezien worden als een manier om administratief in orde te zijn.
Wie is verantwoordelijk voor de opmaak van een EPC NR, de eigenaar of de huurder?
Het is steeds de gebouweigenaar of zijn/haar gevolmachtigde die verantwoordelijk is voor de opmaak van het EPC NR.
De huurder is verplicht toegang tot de gebouwen te verschaffen om de inspectie uit te voeren en ook de nodige informatie over te maken inzake tellerstanden en energieverbruik.
Wat is de geldigheidsduur van een EPC NR?
Een EPC NR is geldig gedurende 5 jaar vanaf de datum van opmaak.
Het EPC NR vervalt als de gebouweenheid van bestemming verandert (bijvoorbeeld van niet-residentieel naar wonen of industrie) of als een nieuw EPC wordt ingediend.
Vraag nu uw gratis offerte voor een EPC niet-residentieel aan!
Meten is weten: het fundament van een correct EPC NR
Een EPC NR is veel meer dan een certificaat. Het is een instrument dat de energieprestaties van een niet-residentieel gebouw in kaart brengt en richting geeft aan toekomstige verbeteringen. En dat begint bij één cruciale stap: correct meten.
Binnen het EPC NR wordt niet alleen gekeken naar isolatie en technieken, maar ook naar het effectieve energieverbruik van het gebouw.
Dat betekent dat we niet werken met aannames, zoals bij residentiële EPC’s, maar met reële verbruiksgegevens.
Hoeveel elektriciteit en warmte wordt er verbruikt? Hoeveel daarvan is afkomstig van hernieuwbare bronnen? En hoe verhoudt dat zich tot de totale energievraag?
Om die vragen te beantwoorden, zijn meters en meetgegevens onmisbaar. Ze vormen de basis voor het EPC-label, dat bepaalt in welke klasse uw gebouw valt.
Zonder betrouwbare metingen is het onmogelijk om een correcte score te berekenen of om te voldoen aan de norm van minstens 5% hernieuwbare energie tegen 2030.
Bij Certilux begeleiden we u in dit proces. We adviseren welke meetgegevens nodig zijn, hoe u ze kunt verzamelen en hoe u uw gebouw het best voorbereidt op een correcte en efficiënte certificering.
Want meten is niet alleen weten—het is ook de sleutel tot een energiezuinige toekomst en een wettelijk conforme bedrijfsvoering.
We beschikken ook over een service voor de jaarlijkse verplichte meteropname.
Wilt u zeker zijn van een correcte EPC NR-score en een helder traject richting energielabel E? Neem dan contact op met Certilux en laat u deskundig begeleiden.
Mag elke energiemeter/energieteller gebruikt worden?
Neen, bij een methode gebaseerd op energiemetingen is de kwaliteit van de metingen cruciaal om een correcte inschatting van het energielabel te bekomen. Dit geldt zowel voor de kwaliteit van de meters als de geregistreerde metingen zelf.
Ja, een jaarlijkse telleropname is verplicht in het kader van een EPC NR.
De energiegebruiken moeten minstens één keer per jaar worden opgenomen,
telkens in dezelfde maand. Met dezelfde maand wordt bedoeld de referentiemaand gebruikt in het opgemaakte initiële EPC NR. De eigenaar kan zelf jaarlijks de gegevens doorgeven. Indien gewenst kan ook een contract afgesloten worden waar Certilux jaarlijks ter plaatse zal gaan om de meterstanden op te nemen.
Is het EPC NR vergelijkbaar met het EPC voor een woning?
Een energieprestatiecertificaat voor niet‑residentiële gebouwen (EPC NR) is niet hetzelfde als het EPC dat je kent van woningen.
Beide hebben te maken met energiezuinigheid, maar ze zijn anders opgebouwd en hebben een ander doel.
EPC voor woningen
Dit certificaat vertrekt vanuit een standaardgebruik van een huis. Er wordt gewerkt met vaste aannames over verwarming, ventilatie en warm water.
Het resultaat is een duidelijk label van A tot F, dat bewoners helpt om hun energieverbruik beter te begrijpen.
EPC NR voor niet‑residentiële gebouwen
Hier wordt gekeken naar het specifieke gebruik van het gebouw: een kantoor, winkel, school, enzovoort.
Dat maakt de berekening veel complexer en minder universeel.
De score wordt bovendien weergegeven met een andere indicator, die voor een leek minder makkelijk te interpreteren is.
Niet‑residentiële gebouwen hebben vaak uiteenlopende installaties en energiebehoeften.
Daarom kan je een EPC NR niet zomaar vergelijken met een residentieel EPC.
Het residentieel EPC wil vooral bewustzijn creëren bij bewoners, terwijl het EPC NR bedoeld is als praktisch instrument voor bedrijven en instellingen om hun gebouwen energie‑efficiënter te maken.
Kortom: op papier lijken ze misschien verwant, maar in de praktijk zijn het twee totaal verschillende certificaten.
Vergelijken zou hetzelfde zijn als appels met peren vergelijken.
Het EPC niet-residentieel valt uiteen in twee resultaten
EPC-score: Dit vertelt u hoe een gebouw scoort qua isolatie en aanwezige technieken.
Het geeft een goed idee over de staat van een gebouw en maakt een vergelijking met andere gelijkaardige gebouwen mogelijk.
EPC-label: Dit label “meet” wat u effectief verbruikt en vergelijkt het on-site opgewekte hernieuwbare aandeel energie
met het totale energieverbruik. Op basis daarvan valt u in een bepaalde klasse.
Ik heb een praktijk in mijn woning. Heb ik een EPC NR nodig?
Indien de praktijkruimte kleiner is dan 50 m², vormt deze geen afzonderlijke gebouweenheid.
Een EPC NR is dan niet nodig.
Indien de praktijkruimte gelijk aan of groter is dan 50 m² moeten volgende zaken verder beoordeeld worden:
Vormt de praktijkruimte een autonoom functionerende eenheid? Indien er een afzonderlijk toilet aanwezig is, functioneert deze autonoom. Daarnaast moet beoordeeld worden of de praktijkruimte direct toegankelijk is vanaf de straatzijde of via een gemeenschappelijke inkomhal of traphal en is de toegang vergrendelbaar. Bovendien is er geen deur tussen het woongedeelte en de praktijk.
Indien aan deze voorwaarden voldaan werd, moet er een EPC NR (of kNR) opgemaakt voor de praktijk.
Indien niet, primeert de bestemming met de grootste vloeroppervlakte.
Indien de praktijk groter is dan het woongedeelte moet een EPC NR (of kNR) opgemaakt worden.
Hetzelfde geldt vanzelfsprekend ook voor een kantoor, een handelsruimte of een andere bestemming met een niet‑residentieel karakter.
Wat is de doelstelling van de Vlaamse Overheid?
De finale doelstelling is dat elk niet-residentieel gebouw tegen 2050 koolstofneutraal is (klasse A).
Dit betekent:
Het energieverbruik zoveel mogelijk reduceren door beter te isoleren en efficiëntere installaties te voorzien (verbeteren EPC-score).
Het resterende energieverbruik volledig on-site hernieuwbaar opwekken.
Het eindresultaat is dat elke site autonoom functioneert, met de mogelijkheid om tijdelijke overschotten op het net te injecteren.
De Vlaamse Overheid voorziet een stappenplan met bijhorende
jaarlijkse boetes tussen €500 en €5000.
Zo moet elk EPC NR tegen 2030 voldoen aan klasse E.
Binnen Certilux kunnen wij u correct adviseren hoe dit in uw specifieke situatie gerealiseerd kan worden.
Een EPC NR is geen eenmalige interventie, maar een langdurige samenwerking die u binnen het wettelijk kader houdt
en u begeleidt naar een meer kostenefficiënte bedrijfsvoering.
Belangrijke data en deadlines
Sinds 1 januari 2023: Verplicht bij verkoop, erfpacht, opstalrecht of een nieuw huurcontract voor niet-residentiële gebouwen.
1 januari 2024: Verplichting voor publieke gebouwen. Het oude "EPC Publiek" is niet meer bruikbaar voor uithangplicht.
1 januari 2025: Grote niet-residentiële gebouweenheden (≥1000 m²) moeten een EPC NR hebben, los van verkoop of verhuur.
1 januari 2026: Alle niet-residentiële eenheden moeten een EPC NR hebben, ongeacht de grootte.
1 januari 2028: Minimum aandeel hernieuwbare energie van 5% (label E) wordt verplicht voor grote gebouweenheden van publieke gebouwen en overheidsgebouwen (behalve voor gemeenschapsonderwijs en gesubsidieerd onderwijs).
Tegen 2030: Elk niet-residentieel gebouw moet minimaal label E behalen (gelijk aan 5% hernieuwbare energie).
Tegen 2050: Vlaanderen streeft naar koolstofneutraliteit voor elke niet-residentiële gebouweenheid (label A).
Welke hernieuwbare bronnen hebben een positief effect op het EPC NR label?
Het label van het EPC niet‑residentieel wordt berekend op basis van het
percentage hernieuwbare energie ten opzichte van het totale energieverbruik.
Om dit percentage aan te geven wordt de term indicator voor langetermijndoelstelling (ILTD) gebruikt.
De hernieuwbare bronnen die hiervoor in aanmerking komen zijn:
Energie opgewekt door zon, wind of waterkracht.
Omgevingswarmte via een warmtepomp.
WKK, ketel of kachel op biomassa of biobrandstof gewonnen op de site.
Het hernieuwbare deel van restwarmte uit afvalverbranding.
Hernieuwbare warmte geleverd via een extern warmtenet.
Gerecupereerde restwarmte uit een koelinstallatie, serverlokaal, enzovoort.
Waarom wordt de hernieuwbare energie van mijn zonnepanelen niet verrekend bij een terugdraaiende elektriciteitsmeter?
Bij een terugdraaiende teller is het niet mogelijk om de hoeveelheid geïnjecteerde elektriciteit te meten,
tenzij er een afzonderlijke meter wordt geplaatst.
Omdat de geïnjecteerde stroom niet gekend is, kan het eigen verbruik van de zonnepanelen
niet correct berekend worden.
Hierdoor wordt dit verbruik niet meegerekend in het aandeel hernieuwbare energie.
Moet ik eigenaar zijn van de zonnepanelen die mijn gebouw(en) van zonne-energie voorzien?
U hoeft zelf geen eigenaar te zijn van de zonnepanelen, deze kunnen dus ook eigendom zijn van derden. Er is wel een belangrijke kanttekening. De photovoltaïsche installatie moet rechtstreeks op uw scope aangesloten zijn. Zodra gebruik gemaakt wordt van een extern net (zelfs om bijvoorbeeld de straat over te steken) wordt de energie niet langer als lokaal opgewekt beschouwd.
Zal een batterij in aanvulling op mijn zonnepanelen bijdragen tot een beter EPC NR?
Binnen het EPC voor niet residentiële gebouwen kan het plaatsen van één of meedere batterijen een positieve invloed hebben op het energielabel.
Het resultaat zal wel altijd afhangen van de concrete situatie en het reële energieverbruik. Het is dus belangrijk om U steeds goed te laten informeren door uw energiedeskundige.
Wetgeving en interessante links rond EPC NR
Het EPC NR is geen vrijblijvende maatregel, maar een wettelijke verplichting opgelegd door de
Vlaamse Overheid.
De wettelijke basis is terug te vinden in het Energiedecreet en het Energiebesluit, waarin de verplichtingen,
sancties en erkenningen voor energiedeskundigen zijn opgenomen.
Deze documenten vormen het fundament van de EPC‑regelgeving in Vlaanderen.
Voor meer informatie en praktische richtlijnen kan u terecht op de volgende officiële websites:
